In maart 2013 schreef Peter de Leeuw (docent wiskunde 1969-2013) De Kronieken van het Emmauscollege, een boek dat in beperkte oplage is uitgebracht om de geschiedenis van de school te vertellen. Na zijn afscheid, heeft hij deze stukken aangevuld met de jaren 2014, 2015, 2016. Dit werd uiteindelijk het Lustrumboek ter gelegenheid van 45 jaar Emmaus. Bij het schrijven van de geschiedenis heeft Peter vooral gebruik gemaakt van zijn eigen archief, schoolkranten, gidsen enzovoort. Veel leesplezier bij het Emmausverhaal | Deel 1 | 1971-1981!
Wat vooraf gaat…
De geschiedenis van het Emmauscollege begint in feite op 18 juni 1970 tijdens een vergadering van de Beleidscommissie VWO/HAVO over de toekomst van het katholieke onderwijs in de binnenstad van Rotterdam. De verwachting is dat het aantal leerlingen daar terug zal gaan lopen en dat een nieuw op te richten scholengemeenschap levensvatbaar zou kunnen zijn. Ook ziet men toekomst voor een nieuwe katholieke school in de jonge wijk Alexanderpolder. Er komen drie vertrouwelijke plannen op tafel om dit probleem aan te pakken. In september 1970 wordt het voorstel onder de naam “Plan Twee” aangenomen om te proberen tot een fusie te komen tussen de HAVO Stella Matutina aan de Walenburgerweg en het lyceum Maria Virgo aan de Breitnerstraat.
Tot 1968 is Stella Matutina onder leiding van de bevlogen directrice zuster Salvina een Middelbare Meisjes School geweest, die als een van de eerste scholen in Nederland al vier jaar voor de invoering van de Mammoetwet was gestart met een experimentele HAVO. Ook het Maria Virgo is tot 1969 een lyceum geweest dat alleen toegankelijk was voor meisjes. Maar de vraag is dit zo zou moeten blijven. Bij een enquête stemmen de ouders van de leerlingen van beide scholen met een kleine meerderheid tegen een gemengde school, maar de leerlingen zelf stemmen, volgens verwachting, juist met een kleine meerderheid vóór een gemengde school.
Het feit dat op de jongensschool St Franciscuscollege aan de Beukelsdijk al eerder meisjes zijn toegelaten, geeft uiteindelijk de doorslag: beide scholen worden gemengd en na een sanitaire verbouwing betreden op 15 augustus 1969 de eerste jongens, die daarvoor als vriendje in weer en wind buiten op straat hadden moeten staan wachten, nu officieel als leerling beide schoolgebouwen.
Naamgeving
De fusieplannen worden goedgekeurd door het Rijk en dan kunnen er verdere stappen worden genomen. De nieuwe school moet natuurlijk wel eerst een naam krijgen en daarom wordt er een namenwedstrijd uitgeschreven. Serieuze en minder serieuze namen als Stella Virgo, de Blokkendoos, MOP-school (Met Onderling Plezier), RKSG de Maaskant, Kennedycollege, Augustinuscollege, Spes parentium onus liberorum (vermoedelijk ingezonden door classicus Jacques Polman), MMMM-school (Met Maagden Meer Mans) en Kürhaus behoren tot de vele inzendingen.
De winnende naam “Emmauscollege” komt uiteindelijk van Lodewijk Rogier, docent Maatschappijleer op Stella en vanaf 1 augustus 1974 ook voorzitter van de Katholieke Schoolraad. Hij is bij zijn keuze geïnspireerd door het Lucas evangelie: “De twee scholen in de binnenstad hebben een nieuw te stichten school in Alexanderpolder nodig om samen te komen tot een fusie die in de toekomst zal moeten leiden tot een bloeiende katholieke school buiten de stad.”
Een duidelijke parallel dus met de twee Emmausgangers, die buiten de stad Jeruzalem, op weg naar het dorpje Emmaus, Christus tegen kwamen en daarna samen op weg gingen. Verder herkenden de Emmausgangers Christus niet direct en daarom zou het ook een jaar duren voordat de beide scholen bij elkaar kwamen.
Leuke bijkomstigheid is dat in de naaste omgeving van de Breitnerstraat in museum Boijmans het schilderij De Emmausgangers hangt.
In Rotterdam Alexanderpolder, aan de Michelangelostraat nummer 345, wordt een zogenaamde “rompdependance” van het Emmauscollege gesticht: een houten noodgebouw met voorlopig alleen een onderbouwafdeling, zodat in opdracht van het ministerie van Onderwijs alle leerlingen na drie jaar zullen moeten verhuizen naar Emmaus-Stad.
1971
Op 18 augustus 1971 is het dan eindelijk zover: het Emmauscollege gaat van start met 36 leerlingen en 12 medewerkers. De officiële opening wordt verricht door Cor Kleisterlee, lid van de Tweede Kamerfractie van de KVP. Docent Nederlands Theo Vermeij wordt belast met de dagelijkse leiding over de dependance. Bij de oplevering blijkt dat men vergeten is om de brievenbus aan te brengen. Deze wordt alsnog nageleverd. Omdat het gebouw bij aanvang van het nieuwe schooljaar nog niet helemaal klaar is, wordt er voor een paar weken onderdak gezocht in de Roncalli MAVO aan de Tattistraat, de school waar het huidige Emmauscollege nog steeds een goede band mee heeft.
Op 25 oktober wordt de dependance officieel in gebruik genomen. Er wordt gewerkt volgens het Roncalli-systeem, ook wel het takensysteem of de vrije-tempo-werkwijze genoemd. Het voornaamste beginsel is dat een grote waarde wordt toegekend aan de eigen verantwoordelijkheid van de leerling. De leerstof is verdeeld in zeven taken per schooljaar en elke taak is weer verdeeld in drie deeltaken. De eerste leshelft is bestemd voor algemene instructie, daarna gaat er een schoolbel en kan de leerling zelfstandig of in kleine groepjes aan het werk gaan. Elke leerling heeft de keuze om aan het vak van dat lesuur of aan een ander vak te gaan werken, eventueel in een ander lokaal. Wie een deeltaak of een hele taak beheerst, kan zich schriftelijk of mondeling laten overhoren door de docent. Het behaalde resultaat wordt niet met een cijfer, maar met het predicaat goed, voldoende of onvoldoende gewaardeerd. Bij een onvoldoende mag de leerling herkansen. De resultaten worden in een “happenboekje” verwerkt.
1972
Door het toenemend aantal leerlingen, nu al 91, worden er in 1972 een paar lokalen en zelfs een aula bijgebouwd, zodat de leerlingen niet meer in een leslokaal hoeven te pauzeren. En de docenten kunnen voortaan gaan lunchen op de administratie. Een aantal docenten moet gaan pendelen tussen de gebouwen aan de Walenburgerweg, Breitnerstraat en Michelangelostraat. Als tegemoetkoming krijgen ze van het schoolbestuur maandelijks in een gesloten bruine envelop de zogenaamde hijgpremie uitbetaald. Deze premie wordt door sommigen direct omgezet in drank en sigaretten om thuis ook nog even te kunnen blijven doorhijgen.
In de binnenstad wordt het Emmauscollege-Stad gevestigd in het gebouw aan de Breitnerstraat. Rectrix van beide Emmausscholen wordt zuster Clara Braun. Zij was op 1 augustus 1967 benoemd tot rectrix van Maria Virgo als opvolgster van zuster Mechtildis en ze zal later in 1979 op Emmaus-Alexanderpolder worden opgevolgd door de heer Beniers. Zuster Clara zal wel tot 1980 op Emmauscollege-Stad als rectrix aanblijven. Vanwege haar grote verdiensten voor het katholieke onderwijs zal ze op 30 april 1979 koninklijk onderscheiden worden met het Officiersschap in de Orde van Oranje Nassau.
1974
In 1974 komt in de Polder met 237 leerlingen de derde bouwfase, een uitbreiding van de school met een aantal theorielokalen. In dit jaar mogen de leerlingen van de HAVO na klas 3 toch in de dependance blijven, terwijl de leerlingen van het VWO dan naar Emmauscollege-Stad of naar een andere school in de buurt moeten overstappen. Uiteraard vinden de betrokken leerlingen dit heel erg vervelend, maar zij tekenen tevergeefs protest aan.
1975
Door de voorziene terugloop van het aantal leerlingen in de binnenstad komt het op 1 augustus 1975 tot een fusie tussen het Emmauscollege-Stad en het St Franciscuscollege aan de Beukelsdijk. De naam van de nieuwe school wordt heel origineel het Citycollege Emmaus-Franciscus en de school wordt voorlopig ondergebracht in het gebouw aan de Walenburgerweg. Emmauscollege-Stad wordt vervolgens geleidelijk afgebouwd en houdt per 1 augustus 1980 op te bestaan. De leerlingen van het Albedacollege worden daarna de nieuwe bewoners van het schoolgebouw. Het Citycollege Emmaus-Franciscus besluit om voortaan verder te gaan onder de naam Citycollege St. Franciscus.
Ook de VWO-leerlingen krijgen van het ministerie nu toestemming om hun volledige opleiding in de dependance af te maken, omdat de dependance haar bestaansrecht nu wel heeft bewezen.
Het wordt wel steeds moeilijker om het takensysteem te handhaven. Idealistisch als het was opgezet, blijkt het systeem in klassen van 25 of meer leerlingen niet effectief te kunnen functioneren. Zelfwerkzaamheid van leerlingen vereist een grote mate van zelfdiscipline en groepsdiscipline binnen een klas. Het vrije tempo biedt ruim gelegenheid om te gaan freewheelen, terwijl de betere leerlingen onderling wedstrijdjes gaan houden om te zien wie het eerst alle taken heeft afgewerkt. Daardoor wordt voor hen de klassikale instructie aan het begin van de les overbodig, terwijl de trage leerlingen die instructie niet meer kunnen volgen, hun motivatie gaan verliezen en uiteindelijk afhaken. Docenten moeten instructie geven, mondelinge overhoringen doen en tegelijkertijd toezicht houden op leerlingen die met een schriftelijke toets bezig zijn over de leerstof die de docent net aan het uitleggen is aan de minder snelle leerlingen. Er komen ook steeds meer spanningen binnen het docententeam. Uitgesproken voorstanders van het systeem verlaten daarom in 1975 de school.
Theo Vermeij legt zijn conrectoraat neer en Jacques Polman neemt zijn taak over, bijgestaan door docent Duits Albert Weijers als brugklascoördinator.
In juni worden de eerste HAVO-diploma’s uitgereikt aan tien kandidaten. Het percentage geslaagden is 100%, een record dat in de toekomst waarschijnlijk ook nooit meer geëvenaard zal worden. Onder de tien kandidaten waren trouwens geen leerlingen van lichting 1971, zij waren allemaal ingestroomd vanuit de Roncalli-MAVO.
1976 -1977
Op 1 augustus 1976 wordt de dependance een zelfstandige school onder de naam Emmauscollege-Alexanderpolder en telt dan 467 leerlingen. Tevens wordt er met een tweede klas Gymnasium gestart. Albert Weijers gaat als conrector de directie versterken. Zuster Clara pendelt in haar Mini onvermoeibaar heen en weer tussen de drie onder haar leiding staande schoolgebouwen.
In oktober komt de vierde bouwfase, waarin een groot aantal lokalen, een kamer voor de rectrix en een aparte kantine voor de bovenbouw, de zogenaamde Collegezaal, worden opgeleverd. In mei 1977 volgt alweer de volgende bouwfase: een uitbreiding met enkele lokalen aan de overkant van de straat. De jongste leerling van de school Frans Funnekotter mag hiervoor op 6 juni de eerste paal slaan.
In dit schooljaar wordt elke leerling ook verplicht om in plaats van de populaire “legerpukkel” een goede en ruime boekentas aan te schaffen, dit om de gehuurde boeken zo lang mogelijk in goede staat te houden. De rugzak zal pas later op het toneel verschijnen.
1977 -1978
De school begint nu echt uit haar voegen te barsten. De conciërges Koos van Vliet en Nico Veerkamp voeren een wanhopige strijd tegen muizen, lekkages, overstromingen op de gangen, doorgezakte vloerdelen, tranende ogen, hoofdpijn en keelklachten die veroorzaakt worden door het gebruik van verkeerde bouwmaterialen, in het bijzonder spaanplaat.
Voor het eerst wordt er voor alle medewerkers en leerlingen in de aula een Sinterklaasfeest georganiseerd. Hierbij wordt direct flink uitgepakt met vier Sinten. Later dit jaar komen er voor de leerlingen nog een betere soosruimte en een echte voetbaltafel bij. Na een paar mislukte pogingen komt er eindelijk een vernieuwde schoolkrant op A5-formaat uit, onder de naam -6 NAP om aan te geven dat het schoolgebouw inderdaad zo diep gelegen is.
Voor de eerste keer wordt er voor alle derde klassen een zeilkamp georganiseerd. En in juni 1978 worden de eerste VWO-diploma’s uitgereikt in het gebouw aan de Michelangelostraat. Daarna wordt de zesde en laatste bouwfase voltooid. Er komt een geheel nieuwe vleugel bij met een bibliotheek, een docentenkamer en een grote overblijfruimte.
1978 -1979
In het begin van het schooljaar komt het bericht dat zuster Clara met ingang van 1 januari 1979 is benoemd tot bestuurslid van de Congregatie van zusters van J.M.J. in Den Bosch. Zij neemt op 21 december in de Collegezaal afscheid als rectrix van de Polder. Haar afscheidsfeest is overweldigend. Een van de vele hoogtepunten is een eucharistieviering in een stampvolle kathedraal met muzikale ondersteuning van een verjongd Gradualekoor onder leiding van geschiedenisdocent Pieter van der Oort. Bisschop Simonis komt ook nog even op de receptie.‘s Avonds is er een verrassend cabaretesk optreden van een groep “progressieve jonge docenten”. Zuster Clara wordt op 1 januari 1979 opgevolgd door Cees Beniers, oud-rector van het Alfrinkcollege uit Zoetermeer.
In maart wordt gedurende drie dagen het Malawiproject gehouden onder de bezielende leiding van de docenten André Vonk en Marianne Prince-Engels. Het is een vorm van projectonderwijs in het kader van ontwikkelingshulp voor de derde wereld, in dit geval het land Malawi. In ditzelfde kader wordt door het “Sint Genesius Collectief Shakespeare” de toneelvoorstelling Leer om Leer vijf keer opgevoerd onder de regie van geschiedenisdocent Henk Gras. De opbrengst is ruim dertienhonderd gulden en het geld gaat rechtstreeks naar Malawi. Het vak Aardrijkskunde verdwijnt uit het pretpakket en wordt officieel opgenomen in het Centraal Schriftelijk Eindexamen.
1979 -1980
In januari 1980 is door zware ijzel de school zo goed als onbereikbaar geworden. Een paar stoere leerlingen, die na een barre tocht, en af en toe schaatsend over de beijzelde trottoirs de school bereiken, ontdekken tot hun teleurstelling dat de school inderdaad gesloten is, zodat ze onverrichterzake weer verkleumd terug naar huis zullen moeten schaatsen. Rector Beniers krijgt, tot veler verbazing, met ingang van 1 januari 1980 door het bestuur eervol ontslag aangeboden, omdat een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is.
In het “stadhouderloze tijdperk” wordt het rectoraat nu tijdelijk waargenomen door Jacques Polman. Wiskundedocent Hein van Asseldonk en natuurkundedocent Theo Jurgens worden in een duobaan benoemd tot conrector ter vervanging van Albert Weijers. Deze benoeming gaat niet helemaal van een leien dakje en na afloop zuchten alle partijen: “dat nooit meer”. Jan van der Pluijm, de altijd opgewekte docent lichamelijke opvoeding en jarenlang de beheerder van de feestpot, viert op 23 januari zijn zilveren jubileum. Omdat wiskundedocent Peter de Leeuw al bij diverse gelegenheden door de feestpot met cadeaus is overladen, voelt hij zich verplicht om het stokje over te nemen. Hij zal deze taak, compleet met het houden van meer dan 100 toespraken, tot aan zijn afscheid in 2013 blijven uitvoeren.
In dit schooljaar wordt bij wiskunde en bij een paar andere vakken in de bovenbouw de rekenliniaal afgeschaft en vervangen door de rekenmachine, de bekende TI-25, die later vervangen zal worden door de Monarch, die voorzien is van een rode rubberen beschermhoes. Deze Monarch is volgens de leverancier zo sterk dat je hem probleemloos tegen een muur kunt gooien. Niemand durft deze uitspraak op waarheid te controleren.
Op zaterdag 9 februari wordt er een grote slotreünie op de Breitnerstraat gehouden die bestemd is voor oud-leerlingen van Maria Virgo en van Emmauscollege-Stad. Het gebouw zal op 1 augustus worden verlaten en wordt dan een vestiging van het Albedacollege. Op de reünie zijn ruim 1500 oud-leerlingen aanwezig. Het Malawiproject haalt de kranten met een artikel onder het kopje Schat staat de kunstmest klaar? Bij de diplomauitreiking verzorgt het Rooms Katholieke Amusements Collectief, bestaande uit getalenteerde en geslaagde leerlingen, een overrompelend cabaret met de titel In Jesus’ Hofje. Scherpe teksten, muzikaal op hoog niveau en erg humoristisch.
1980 -1981
Na een open sollicitatie wordt op 1 augustus 1980 Gijs Bakker tot nieuwe rector benoemd. Hij is oud-directeur van de Titus Brandsma Mavo en al zes jaar lid van het schoolbestuur. Op hem rust de grote taak de beweging en de vitaliteit in de school te houden.
Op 10 oktober viert Elly van Koningsbrugge, docente Frans en decaan, haar zilveren jubileum. Het wordt een groots poezenfeest ter ere van haar beroemde kat Pompidou. De school blijft maar groeien en in 5HAVO zal voor de eerste maal het eindexamen Muziek worden afgenomen. Een jaar later zal het vak Tekenen aan de beurt zijn. Onder leiding van brugklascoördinator Jos Arends worden in Austerlitz de eerste buitenschoolse kennismakingsdagen voor de brugklas gehouden. In de Boekenweek komt op uitnodiging van een paar leerlingen de bekende schrijfster Hella Haasse voorlezen uit eigen werk.
Kort na elkaar komen twee oud-voorzitters van het bestuur, de heren Bruens en van Dun, te overlijden. Zij zijn van grote betekenis geweest voor de oprichting van het Emmauscollege. Het eindexamencabaret wordt dit jaar alweer verzorgd door een talentvolle groep geslaagde leerlingen, onder de naam Uit de Doofpot met als thema Het laatste Oordeel. Wederom met veel sterke teksten en mooie liederen.
Benieuwd naar de jaren die hierop volgden? Lees hier het Emmausverhaal | Deel 2 | 1981-1991
Comments 3
Pingback: Het Emmausverhaal 1991-2001 (geschreven door Peter de Leeuw) | Emmauscollege
Pingback: Het Emmausverhaal 2001-2011 (geschreven door Peter de Leeuw) | Emmauscollege
Pingback: Het Emmausverhaal 2001-2016 | Emmauscollege